LIEFDELIED
Je was zo onwennig en zo lief.
Je wou de erotiek trotseren.
De fantazie was rijk en onervaren ;
je verbeelding groot en wazig.
De uitdaging kwam als een melodie.
Het liefdelied zong de akkoorden.
Je ging ten onder aan de maalstroom
van de onvolmaakte natuurwet.
Je lichaam schokte.
De duivel speelde mee.
Je adem stokte.
Je was nog maar een tiener.
Het liefdespel was bitter.
De erotiek bleef speels.
Het was maar een begin
van de onvolmaaktheid.