ALS EEN KIND
In de pikzwarte duistere nacht
met weggezonken horizonten
is het zo akelig stil.
Ik ben zo alleen
en zo hopeloos en onhandig
als een pasgeboren kind.
Een geheimzinnige kracht duwt mij
naar een drang van liefde en begrip ;
geen fantazie of sprookjes wereld meer
met prinsen en mooie prinsessen
en het speelse kind.
Ik heb veel verloren ; niets gekregen !
Graag had ik gespeeld en geweend.
't Was alleen maar schijn
en tandengeknars.
Ik mocht geen kind zijn
en ging teloor in de volwassenheid.
Nu wil ik met je meespelen.
Wellicht is het reeds te laat.
Wat verlang ik soms echt
naar die prille jeugd
waarin ik een kind diende te zijn.