EENZAAM
Kil en grauw
zijn deze muren
van de donkere cel.
Een zware stap
weerklinkt in de
holle gang.
Tergens knarst
het slot open.
Een hopeloos hart
krimpt ineen van smart
en smeekt om begrip.
Voor één misstap;
die zware klap
van de eenzaamheid.
Een kwellende angst
doordringt de stilte
van de witte vulkaan.
Waarom in een donkere kooi ?